Tweede Kamer wil meer grip op plannen Circulaire Economie

In vervolg op het Commissiedebat Circulaire Economie van 11 mei jl. probeerden Kamerleden tijdens het zg. ‘tweeminutendebat’ op 7 juni via moties meer grip te krijgen op de plannen op het gebied van circulaire economie. Daarbij was onder andere het instrument UPV punt van aandacht. Kiki Hagen (D66) bracht een motie in stemming die ze in februari al had ingediend maar toen had aangehouden. Deze motie, waarin Hagen pleit voor maatregelen waarmee producenten worden gestimuleerd producten circulair te ontwerpen, werd aangenomen. Andere moties over UPV, zoals een overkoepelende recyclingdoelstelling in de UPV textiel en het inzetten op tariefdifferentie in diezelfde UPV, kregen geen meerderheid.

Pieter Grinwis (ChristenUnie) diende een motie in met als doel maatregelen in te stellen om hoger op de R-ladder te komen. Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat wilde deze aanvankelijk ontraden, maar vond hem wel acceptabel “als ik de motie zo mag lezen dat we via prikkels hoger op de R-ladder proberen te komen en dat we reparaties stimuleren”. De motie kreeg een meerderheid van stemmen. Daarnaast werd ook een motie van Agnes Mulder (CDA) aangenomen, waarin ze vroeg om de concrete beleidsopties, routes, afwegingen en (maatschappelijke) kosten die gepaard gaan met het behalen van CE-doelen in kaart te brengen. Tot slot hield Kiki Hagen een motie aan waarin zij opnieuw pleit voor een nationale grondstoffenstrategie. Hagen deed dat nadat de staatssecretaris had toegezegd dat zij dit zou bespreken met haar collega’s Economische Zaken en Klimaat en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Deze gesprekken zouden nog voor de zomer moeten plaatsvinden.

Staatssecretaris Heijnen herhaalde tijdens het debat dat zij tegen het einde van dit jaar komt met een uitvoeringsplan Circulaire Economie. De PvdA maakte bij monde van Habtamu de Hoop opnieuw een punt van deze late timing, die het praktisch onmogelijk maakt voor het PBL om deze plannen mee te nemen in de tweejaarlijkse doorrekening. De doorrekening door het PBL zou zicht moeten geven op de effectiviteit van de plannen van de staatssecretaris.

BTW-tarief omlaag voor recyclingdiensten

Diensten die betrekking hebben op recycling krijgen een verlaagd btw-tarief. Dit zijn o.a. diensten die te maken hebben met het herstel van huishoudelijke apparaten. Dit is het gevolg van de nieuwe Europese Btw-tarievenrichtlijn die begin april van kracht werd. Deze vernieuwde richtlijn biedt EU-lidstaten meer beleidsruimte bij het vaststellen van verlaagde btw-tarieven en nultarieven. E.e.a. valt te lezen in de bijlage van de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda die staatssecretaris Marnix van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Universele oplader moet helpen elektronisch afval te verminderen

Alle mobiele telefoons, tablets en digitale camera’s in de EU moeten vanaf de herfst van 2024 worden opgeladen met een universele oplader. Hierover hebben het Europees Parlement en de EU-lidstaten begin juni een akkoord bereikt. Doel van dit plan is mede om de hoeveelheid elektronisch afval te verminderen. Afgedankte en ongebruikte opladers zorgen naar schatting voor zo’n 11 kton aan elektronische afval per jaar. De verplichting geldt in eerste instantie voor onder meer mobiele telefoons, tablets, e-readers, digitale camera’s en koptelefoons. Ook laptops moeten op afzienbare termijn (40 maanden) voldoen aan deze eisen. Naast het verminderen van de hoeveelheid elektronisch afval is ook de bedoeling om het leven van consumenten makkelijker te maken.